Het is de ochtend na Het Feest. Gisteravond zagen we hoe Napels op zijn kop stond toen voetbalclub SSC Napoli het landskampioenschap veroverde, in de uitwedstrijd tegen Udinese. De dagen ervoor was de stad al klaar om te feesten, en dat gaat voorlopig nog wel even door. Waar je ook kijkt, heel Napels is getooid in de blauw-witte kleuren van de club. De vlaggen aan de gevels, de linten boven de straten. Zelfs het wasgoed doet mee – het lijkt wel of iedereen alleen nog maar witte en blauwe wasjes draait.



Spaccanapoli
Deze ochtend is de storm van uitzinnige vreugde een beetje gaan liggen, al zal het niet lang duren voordat de napoletani hun blijdschap weer door de straten zullen schreeuwen. Intussen gaan wij op stap in het historische centrum, waar we voor een paar nachten een appartementje hebben gehuurd in de buurt van de Spaccanapoli, de beroemde straat die het centrum van Napels geografisch gezien in tweeën deelt (van spaccare, openbreken).

Iedereen heeft het trouwens wel over de Spaccanapoli, maar op de kaart zul je die naam niet zien staan – het is de niet-officiële naam voor een aantal straten die in elkaars verlengde liggen, waaronder de Via Benedetto Croce en de Via San Biagio dei Librai. Het is er smal en druk, met veel winkeltjes en restaurantjes. De Spaccanapoli is een van de drie hoofdstraten uit het oude rechte stratenplan van de Grieken, die in de Romeinse tijd decumanus werden genoemd.
De dreiging van de Vesuvius
We verkennen de buurt rondom de Spaccanapoli vandaag met Iris de Brouwer, een Nederlandse gids die hier al jaren woont. Napels is volgens haar een stad ‘die je een beetje moet ontpellen’, die je moet leren kennen om te kunnen waarderen: ‘Toen ik hier net woonde, was ik een zwart-wit-denker, iets was goed of fout. Maar inmiddels ben ik van de stad in al haar facetten gaan houden. Het leven in Napels is verbonden met de natuur. Met de zee en de eilanden, maar bovenal met de constante dreiging van een uitbarsting van de Vesuvius. Dat kan niet anders dan impact hebben op de bevolking. Misschien dat Napels daarom de stad van de medemenselijkheid is. De mensen helpen elkaar.’


Altaartjes in Napels
Een mooi voorbeeld van die medemenselijkheid is dokter Moscati. Iris neemt ons mee naar een van de vele altaartjes in de straten van Napels. Maar dit altaartje eert niet alleen Maria; er staat ook een foto van Giuseppe Moscati. Deze ‘arts van de armen’ leefde van 1880 tot 1927 en was een bijzondere man.

Moscati zette zich in voor de armste mensen in de stad, en regelde medicijnen en andere basisbehoeften voor ze. Daar hoefden ze niets voor te betalen. Hij was pas 46 toen hij stierf, maar hij leefde voort in de gedachten van zijn patiënten, die hem in hun gebeden bleven aanroepen. Met een aantal wonderbaarlijke genezingen tot gevolg. In 1975 werd dokter Moscati daarom zaligverklaard door paus Paulus VI, en in 1987 kwam het zelfs tot canonisatie, heiligverklaring, door paus Johannes Paulus II.
Kerststallen in de San Gregorio Armeno
Van het Maria-altaartje lopen we door naar de Via San Gregorio Armeno, nog zo’n beroemde straat in Napels, met het hele jaar door kramen vol presepi, kerststallen. Op het eerste gezicht een heel toeristische straat, maar de presepi zijn typisch Napolitaans en vertellen je ook wat over de volksaard. Verwacht geen traditionele kerststal, met alleen de bijbelscène van Jozef, Maria en het kindeke Jezus. Nee, in de Napolitaanse kerststal zie je het dagelijks leven terug.

Er zijn een aantal vaste elementen, vertelt Iris. ‘Wat altijd terugkomt in een presepe napoletano, zijn bijvoorbeeld Romeinse zuilen, oude ambachten en muzikanten.’ En niet te vergeten Pulcinella, de figuur uit de commedia dell’arte die overal in Napels opduikt in zijn witte pak en een zwart masker over de ogen. Hem zullen we de dagen erna dan ook nog regelmatig tegenkomen.
Wil je ook op stap door Napels met lokale gids Iris? Kijk op de website voor informatie en prijzen.
Te zien in het historische centrum van Napels
Je moet even je weg vinden in de smalle en drukke straten van het oude centrum, maar er valt veel te ontdekken. De belangrijkste bezienswaardigheden op een rij:
- Een van de belangrijkste kerken van Napels: de Duomo, oftewel de Cattedrale metropolitana di Santa Maria Assunta.
- De Cappella Sansevero in de Via Francesco De Sanctis, met het marmeren beeld Cristo Velato van beeldhouwer Giuseppe Sanmartino (1720-1793). De sluier die het gezicht van Christus bedekt, lijkt wel van textiel in plaats van marmer.
- Het veertiende-eeuwse Chiostro di Santa Chiara, met de bijzondere kloostertuin waarin tussen 1739 en 1742 met majolicategels gedecoreerde bankjes en zuilen werden neergezet.
- De Chiesa del Gesù Nuovo, met z’n opvallende gevel.
- De Spaccanapoli, de hoofdstraat die het centrum van Napels geografisch gezien in tweeën deelt.
- De Via San Gregorio Armeno, het straatje van de presepi, kerststallen.
- Het gezellige, groene Piazza Bellini.
- De basiliek San Lorenzo Maggiore, waar je ook ondergronds kunt gaan: La Neapolis Sotterrata.
- De Zeven werken van barmhartigheid van Caravaggio, te zien in de kapel annex museum Pio Monte della Misericordia.
- Het beeld van Pulcinella in de Vico del Fico al Purgatorio. Raak zijn neus aan, dat brengt geluk!
- De enorme muurschildering van San Gennaro, de beschermheilige van Napels, gemaakt door Jorit Agoch, in de Via Vicaria Vecchia.






Foto’s: Annelies Kooijman | parliamoitaliano.nl