De fluitende vogeltjes buiten inspireerden me om de Guida agli animali d’Italia weer eens in te kijken. Dit eerste deel van een reeks boekjes die je eind jaren tachtig bij de krant L’Espresso kreeg – een fijne vondst op een Italiaanse rommelmarkt – toont vogels die in Italië voorkomen. Gelukkig met de Latijnse namen ernaast: dat maakt het vinden van hun Nederlandse equivalenten wel iets makkelijker! Want dat een pettirosso een roodborstje is, kon ik nog wel bedenken, maar wat zou een cinciallegra zijn? (Een koolmees, zo blijkt.)
Vogelnamen in het Italiaans
- pettirosso – roodborstje
- cinciallegra – koolmees
- cinciarella – pimpelmees
- merlo – merel
- passero domestico – huismus
- storno – spreeuw
- fringuello – vink
- ciuffolotto – goudvink
- rondine – boerenzwaluw
- gazza – ekster
- picchio – specht
- usignolo – nachtegaal
- cuculo – koekoek
- verdone – groenling
- cappellaccia – kuifleeuwerik
- cicogna – ooievaar
- airone – reiger
- colomba – duif
- gufo – uil
>> Nog zo’n handig woordenlijstje: namen van insecten in het Italiaans
Beeld uit: Guida agli animali d’Italia, supplement bij L’Espresso nr. 15, 1986