Ciao, buongiorno, salve – groeten in het Italiaans

Als je weet hoe je in Italië iemand begroet (en wanneer), is dat prettiger binnenkomen. Wat zeg je nu eigenlijk als groet: ciaobuongiorno of toch iets anders?

Ciao – voor bekenden

Ciao is wereldwijd bekend en wordt door niet-Italianen al snel gebruikt, maar let op: het is informeel. Je zegt het tegen vrienden, familie en kinderen, en ook wel in de bar waar je regelmatig koffie drinkt. Maar tegen de caissière in de supermarkt? Liever niet. In winkels en restaurants klinkt ciao namelijk al snel té losjes, alsof je elkaar al jaren kent. Gebruik ciao alleen als er al wat vertrouwdheid is.

Buongiorno & buonasera – klassiek Italiaans

Een veilige keuze is buongiorno (goedendag) of buonasera (goedenavond). Deze vormen zijn beleefd, maar ook hartelijk. Perfect voor veel gelegenheden, óók formelere ontmoetingen. Qua tijdstip is er geen keiharde grens, maar meestal gebruik je buongiorno tot na de lunch, daarna switch je naar buonasera. Er zijn ook Italianen die ’s middags buon pomeriggio (goedemiddag) zeggen, al hoor je dat niet zo vaak meer. Buongiorno en buonasera als begroeting kunnen zowel aan elkaar als los geschreven worden (buon giorno, buona sera).

Salve – tussen ciao en buongiorno in (maar de meningen over het woord zijn verdeeld!)

En dan is er salve. Met deze groet is iets bijzonders aan de hand. Je hoort het veel, vooral in het voorbijgaan op straat, of bijvoorbeeld tijdens een wandeling als je andere wandelaars tegenkomt. Toch zijn de meningen over het gebruik van salve verdeeld. Sommigen vinden het dé oplossing voor als ze niet weten of ze op jij- of u-niveau zijn met degene die ze tegenkomen. Anderen gebruiken het juist nooit. Ze vinden het ‘geen mooi woord’, een enkeling associeert het zelfs met het taalgebruik in het Mussolini-tijdperk. Een lastige kwestie dus. Misschien is het nog het beste om je aan te passen aan je omgeving: groet iemand je met salve, zeg het dan gerust ook terug.

Groeten bij het weggaan

En als je weggaat? Ook dan zeg je buongiorno, buonasera of – als je elkaar goed kent – ciao, eventueel aangevuld met a presto (tot gauw), a dopo (tot later), alla prossima (tot de volgende keer). En arrivederci (tot ziens) mag natuurlijk ook. Een andere mooie afsluiter is: buona giornata (fijne dag) of buona serata (fijne avond). Dat zijn geen begroetingen, maar een wens bij het afscheid. Een soort Italiaans equivalent van: ‘Fijne dag nog!’

Buonanotte – voor het slapengaan

Let op: buonanotte bestaat ook, maar dat is geen groet bij binnenkomst, maar gebruik je echt alleen bij het afscheid nemen aan het eind van de avond, of als iemand naar zijn kamer of hotel gaat om te gaan slapen: goedenacht, slaap lekker!

Meer weten over groeten in het Italiaans? Hier zijn nog wat extra tips:


In formele situaties: buongiorno + titel

Italianen hechten veel waarde aan titels. In formele situaties hoor je vaak combinaties als: Buongiorno, dottore (tegen een arts of iemand met een universitair diploma), Buongiorno, ingegnere (ingenieur), of Buongiorno, avvocato (advocaat).


Groeten bij binnenkomst én vertrek

In (kleinere) winkels en bars groet je niet alleen als je binnenkomt, maar ook bij vertrek. Kom je binnen? Dan zeg je buongiorno of salve. Ga je weer weg zonder iets te kopen, dan zeg je óók iets, bijvoorbeeld: arrivederci (tot ziens), grazie (bedankt), buona giornata (fijne dag!).


Come sta? of Come va? – na de groet

Na de eerste begroeting volgt vaak meteen een korte beleefde vraag. Denk aan:

  • Come sta? (formeel: hoe gaat het met u?)
  • Come stai? (informeel: hoe gaat het met je?)
  • Come va? (informeel/neutraal: hoe gaat het?)
  • Tutto bene? (informeler: alles goed?)

Verwacht geen lang antwoord; meestal is het iets als Bene, grazie. E lei/tu? (Goed, dank. En met u/jou?)