Het geheim van Michelangelo mag dan een jeugdboek zijn, ook veel volwassenen zullen door het spannende verhaal gegrepen worden. Al in de proloog wordt de toon gezet:
Boven het beieren van de kerkklokken in de Sint Pietersbasiliek, die het middaguur sloegen, klonk het dwingende bonzen op de voordeur. Jacob van Pistoia veegde de papieren die hij net wilde ordenen bij elkaar en wierp een laatste blik op zijn leermeester. De grootste schilder en beeldhouwer allertijden: Michelangelo Buonarroti. Hij hoorde de soldaten op straat roepen. Openmaken! Bevel van de paus!
Aan de benarde positie waarin Jacob van Pistoia terecht is gekomen, is heel wat voorafgegaan. Dat begint met zijn plotselinge beslissing om van huis weg te lopen. Zijn vader wil dat hij bij hem in de wolhandel komt werken, maar Jacob ziet dat absoluut niet zitten. Hij heeft een heel andere droom: kunstschilder worden. Als zijn moeder hem stimuleert om zijn droom te volgen, neemt hij dat letterlijk op en vertrekt hij vanuit Pistoia naar Rome.
Sixtijnse Kapel
Het is het jaar 1534, en na een lange en zware reis komt Jacob aan in de Eeuwige Stad. Daar valt hij met zijn neus in de boter: hij mag werken voor de grote schilder Michelangelo, die bezig is aan zijn fresco’s in de Sixtijnse Kapel. Niet dat Jacob meteen aan het schilderen mag. Eerst moet hij tot vervelens toe klusjes opknappen, zoals het mengen van verf. Ook krijgt hij raadselachtige opdrachten, waarbij hij bijvoorbeeld mondelinge boodschappen aan anderen moet overbrengen. Een hele eer, maar langzamerhand krijgt Jacob het idee dat Michelangelo bij duistere zaken betrokken is…
Een lesje geschiedenis
Het leuke aan Het geheim van Michelangelo is dat je tussen de regels door van alles te weten komt over Rome, Michelangelo en de Sixtijnse Kapel. Zelfs de vertalers Dorette Zwaans en Rianne Aarts staken er nog iets van op, vertellen ze. Rianne: ‘We wisten niet dat er over Michelangelo verhalen rondgingen dat hij zich bezighield met occulte zaken. Het was interessant om daar wat meer over te lezen. Verder wisten we al vrij veel over de Sixtijnse Kapel en Michelangelo. Toch hebben we veel dingen nog extra gecontroleerd. Natuurlijk is er altijd sprake van een beetje dichterlijke vrijheid en geeft de auteur ook aan dat niet alles wat hij beschrijft op waarheid berust. Maar de details over het beschilderen van de kapel en over hoe Michelangelo daarbij te werk ging, wilden we wel zo veel mogelijk kloppend hebben. Het gaat toch om iets wat echt gebeurd is!’
Deels verzonnen, deels waargebeurd
Achter in het boek legt auteur Carlo A. Martigli uit welke elementen van het verhaal hij zelf verzonnen heeft, en wat waargebeurd is. Jacob van Pistoia is een fictief personage, maar anderen hebben echt bestaan. Michelangelo natuurlijk, maar ook paus Clemens VII, die de opdracht voor Het Laatste Oordeel in de Sixtijnse Kapel had gegeven. Hij heeft het werk nooit gezien, want hij stierf nog voordat Michelangelo eraan had kunnen beginnen.
Het geheim van Michelangelo (L’apprendista di Michelangelo), door Carlo A. Martigli, vertaald door Dorette Zwaans en Rianne Aarts, uitgeverij La zeta, 2021. Vanaf 10 jaar kunnen kinderen het boek samen lezen en vanaf een jaar of 12 kunnen ze het alleen lezen. Je kunt Het geheim van Michelangelo rechtstreeks bij de uitgeverij bestellen, of via deze link bij bol.com
