Het familielid dat je aan het begin van de Italiaanse zomer misschien wel het meest hoort noemen, is nipote, kleinkind. De scholen in Italië zijn namelijk drie maanden gesloten, wat best een probleem voor de werkende ouder kan zijn. Er zijn zomerkampen, maar een andere veelvoorkomende oplossing is de inzet van de nonni, de grootouders. Vandaar dat je in juli – voordat de ‘echte’ vakantie in augustus begint – op het strand, in de speeltuin en in de stad veel opa’s en oma’s met hun kleinkinderen ziet, de nipoti of nipotini.
De twee betekenissen van nipote
Let op, want nipote heeft twee verschillende betekenissen, al gaat het wel steeds om familiebanden. Behalve de betekenis ‘kleinkind’ kan een nipote ook iemands neef of nicht zijn, de zoon of dochter van iemands broer of zus. Een oom- of tantezegger dus. Een neef of nicht van dezelfde generatie, als in de zoon of dochter van je tante of oom, is cugino/cugina.
il nipote, il nipotino – de kleinzoon; of: de neef, het neefje
la nipote, la nipotina – de kleindochter; of: de nicht, het nichtje
il cugino – de neef (zoon van je oom/tante)
la cugina – de nicht (dochter van je oom/tante)




