Elke bar in Italië heeft ze op de tafeltjes staan: de servethouders waarin een voorraad flinterdunne servetjes huist. Handig zijn die servetten niet echt, vind ik, want het materiaal waarvan ze gemaakt zijn, lijkt niet echt geschikt om je mond mee af te vegen. Ze zijn dan ook meer bedoeld om er een cornetto mee vast te pakken en je vingers schoon te houden.
Reclame voor koffie
De servettenhouder, die meestal meteen een reclamezuiltje is voor het geserveerde merk koffie, heet portatovaglioli in het Italiaans. Spreek uit als: por-taa too-va-ljoo-lie, met de klemtoon op de eerste en de vijfde lettergreep. Het is een samenstelling van tovaglioli (servetten; het enkelvoud is tovagliolo) en de derde persoon enkelvoud van portare (dragen).
Samenstellingen met porta-
Er zijn nog veel meer samenstellingen met porta- in het Italiaans. Denk aan: portabagagli (bagagedrager) en portacenere (asbak; cenere is ‘as’). En portafogli en portamonete natuurlijk, portefeuille en portemonnee, die net als de Franse termen verwijzen naar respectievelijk papiergeld en muntgeld.

Foto’s: Annelies Kooijman | parliamoitaliano.nl