Twee borden met ‘hechtingen’, alsof de dokter ze gezet heeft. Cristina, de eigenares van bed & breakfast Poggio Tafuri in Andria (Puglia), waar we de komende twee nachten logeren, laat ons de borden vol trots zien. Ze zijn nog van haar betovergrootouders geweest, vandaar.
Gebroken servies
‘Vroeger werd er bijna niets weggegooid,’ vertelt Cristina, ‘ook al omdat de mensen vaak arm waren.’ Als een bord, schaal, kruik of karaf gebroken was, liet je die repareren door een specialist. Deze man – want in de regel waren het mannen – werd un conciabrocche genoemd. Hij trok langs de woningen om her en der gebroken aardewerk te herstellen, zodat dat weer gebruikt kon worden. De losse stukken werden met een soort lijm aan elkaar gezet, en ter versteviging met ijzerdraad ‘gehecht’. Zodra de lijm was uitgehard, werd het ijzerdraad aan de bovenkant weggeslepen. Tot in de jaren vijftig, zestig kon je de conciabrocche nog aan het werk zien; tegenwoordig bestaat het ambacht eigenlijk niet meer.

De conciabrocche van Pirandello
Ook in een verhaal van de Italiaanse schrijver Luigi Pirandello (1867-1936) figureert een conciabrocche. Deze moet een immens grote kruik repareren, en begint daarvoor van binnenuit te werken. Maar hij vergeet dat de opening van de kruik zó klein is dat hij er helemaal niet meer uit komt, als hij de klus eenmaal geklaard heeft. Het hele verhaal is te lezen in de verhalenbundel La giara (De kruik) en te zien in de film Kaos van de broers Paolo en Vittorio Taviani, een verfilming van vijf van Pirandello’s novellen.
Foto’s: Lex van den Bosch voor parliamoitaliano.nl