Als je de zongerijpte, door en door rode tomaten ziet, denk je misschien niet meteen aan goud. Toch komt het Italiaanse woord voor tomaat, pomodoro, van pomo d’oro, wat ‘appel van goud’ betekent. In de zestiende eeuw brachten ontdekkingsreizigers de tomaat vanuit Zuid-Amerika mee naar Europa. Die eerste tomaten schijnen een geelgouden gloed te hebben gehad, vandaar ‘gouden appel’. Het woord pomodoro wordt voor het eerst vermeld in een plantenbeschrijving uit de zestiende eeuw van de arts en botanicus Pietro Mattioli.

In het Nederlands wordt de term ‘pomodoro’ ook gebruikt, maar dan alleen voor de langwerpige tomaten, terwijl het in het Italiaans op álle tomaten slaat. De verschillende vormen en maten hebben in Italië wél vaak een eigen naam, zoals ciliegini voor kerstomaatjes.
Soorten tomaten in het Italiaans
- cuore di bue – Coeur de Boeuf-tomaten
- datterini – kleine langwerpige tomaatjes, een soort romatomaatjes; ze heten datterini omdat ze qua vorm lijken op dadels, datteri in het Italiaans
- pomodori Piccadilly – kleine langwerpige tomaten, iets groter dan datterini
- ciliegini – kerstomaatjes [spreek uit als: tsjie-ljee-djie-nie]; ook in het Italiaans vernoemd naar een kers, ciliegia [spreek uit als: tsjie-ljee-djaa]
- San Marzano – grote langwerpige roma- of pruimtomaten, die we in Nederland ook vaak ‘pomodori’ of ‘pomodoritomaten’ (lekker dubbelop!) noemen; deze zijn heel geschikt om passato di pomodoro mee te maken en het is de variëteit tomaat die gebruikt wordt voor de gepelde tomaten (pomodori pelati) in blik
- perini – grote langwerpige pruimtomaten, vergelijkbaar met de San Marzano-tomaten
- pomodori a grappolo – trostomaten

Recepten met verse tomaten
