Als het zomer is in Italië, trekken veel Italianen de stad uit. Ook veel winkels en restaurants gaan dicht, en dat kun je zien aan de boodschap op de deur: CHIUSO PER FERIE. ‘Gesloten vanwege vakantie’. Le ferie komt van het Latijnse feriae en betekent vakantie(periode). Als je vervolgens bij de bushalte giorni feriali op het tijdschema ziet staan, lijkt het makkelijk: dat slaat vast op feestdagen en het weekend. Maar nee, hoewel de woorden feriale en ferie dezelfde oorsprong hebben, betekent giorni feriali juist: werkdagen. Feestdagen zijn giorni festivi.
Woorden om niet te verwarren
Zo zijn er meer Italiaanse woorden die veel op elkaar lijken en daardoor soms lastig uit elkaar te houden zijn.
polizia – pulizia
Vooral in gesproken vorm kan pulizia je op het verkeerde been zetten. Maar schrik niet, politie is polizia met een o. La pulizia [spreek uit: poe-lie-tsie-jaa] betekent: de schoonmaak. Zoals in la pulizia della camera, de schoonmaak van de kamer.
cannoli – cannelloni
Het is allebei eetbaar, maar cannoli zijn de zoete, met ricottacrème gevulde koekrolletjes uit Sicilië. Cannelloni zijn pastabuisjes, meestal gevuld met ricotta en spinazie, die in een tomatensaus worden geserveerd.
passeggiata – passeggino
Fare una passeggiata betekent: een wandeling maken. Als je er verder niets bij zegt, tenminste. Want una passeggiata hoeft niet per se te voet te zijn. Fare una passeggiata in bici is: een stukje gaan fietsen. En fare una passeggiata in macchina betekent: een autoritje maken. Un passeggino heeft weer met wandelen te maken: dat is een kinderwagen, een buggy.
passeggio – passaggio
Ook makkelijk door elkaar te halen zijn passeggio en (let op de a in de tweede lettergreep) passaggio. Passeggio komt van passeggiare en betekent: het wandelen; zie ook passeggiata hierboven. Vado spesso a passeggio nel parco, ik wandel vaak in het park. Passaggio komt van passare en betekent: doorgang. Dare un passaggio is: een lift geven. Mi daresti un passaggio al mercato? Zou ik met je mee kunnen rijden naar de markt?
capello – cappello
Het verschil in uitspraak is voor niet-Italianen moeilijk te horen, maar il capello met één p betekent: de haar. Il cappello met twee p’s is: de hoed. Capelli lunghi, lang haar.
zucchero – sughero
Zucchero betekent: suiker, sughero betekent: kurk. Let goed op de uitspraak van de z en de s aan het begin, en op de ch tegenover de gh. Zucchero spreek je uit als [dzoe-kee-roo] en sughero als [soe-gee-roo], met een g-klank als in ‘goal’. Toch worden de woorden weleens door elkaar gehaald. Zo las ik op een website over ‘souvenirs van suiker’ in het plaatsje Castelsardo op Sardinië. Terwijl Sardinië bekendstaat om z’n kurkeiken, en de souvenirwinkels vol liggen met objecten die van kurk zijn gemaakt.
salute – saluto
Een woordpaar met maar één letter verschil: salute en saluto. Salute eindigend op -e betekent: gezondheid, saluto eindigend op -o (meervoud saluti) betekent: groet. Proosten doe je dus met Salute!
Meer Italiaanse taalweetjes
- Waarom het antipasto is (en niet antipasta)
- Confetti, mostarda en andere valstrikken in het Italiaans
- Let op de klemtoon: papa of papà, casino of casinò?
- Spada, brutale, cantina – valse vrienden in het Italiaans




