‘Vraag me wat ik het leukste vind aan deze stad, en ik zeg: de sfogliatella! Niet de zee, niet de zon, maar de sfogliatella.’*
Dokter Bruno Modo uit de Commissario Ricciardi-boeken weet wel wat lekker is. En hij is niet de enige: de sfogliatella is een van de bekendste zoete lekkernijen van Napels. Je vindt ’m niet alleen in elke pasticceria (banketbakker), maar ook in elke bar. Er zijn dan ook genoeg Napolitanen die de sfogliatella, hoe machtig ook, al bij het ontbijt eten.
Zoete specialiteiten van Napels
sfogliatella
De sfogliatella is er in twee varianten: de riccia en de frolla. De sfogliatella riccia heeft de vorm van een schelp en is een waar kunstwerkje, met z’n bovenkant van dunne, mooi gedrapeerde laagjes krokant bladerdeeg. De sfogliatella frolla is een bolletje van glad deeg. Beide zijn gevuld met ricotta. Qua uiterlijk wint de riccia, maar om te eten is de frolla toch mijn favoriet.

babà
Nog zo’n bekende lekkernij in Napels is de babà, of voluit babà al rum, een in suikerwater en rum gedrenkte cake. Soms wordt hij geserveerd met slagroom of met banketbakkersroom. De vorm heeft wat weg van een paddenstoel of, zeker als je de kleine versie van de babà hebt, een kurk. Het gerecht bestaat ook in Frankrijk, maar schijnt oorspronkelijk uit Polen te komen. Wil je zelf babà’s maken? Hier vind je het recept voor mini babà’s met limoncello, een variant op de rum-versie uit het Zilveren Lepel Bakboek.

pastiera
Volgens de traditie wordt de pastiera gebakken rond Pasen, maar je vindt deze ricottataart het hele jaar door in Napels. Er gaan verschillende verhalen rond over het ontstaan ervan, die steeds te maken hebben met de zee. Zo zouden vissersvrouwen manden met ricotta, gekonfijte vruchten en andere etenswaren als offer op het strand hebben achtergelaten, in de hoop de zeegoden gunstig te stemmen. Hun mannen waren op zee en ze hoopten op een behouden thuisvaart. Toen ze de volgende dag weer naar het strand kwamen, zagen ze dat alle ingrediënten gemengd waren en er nu een pastiera in de manden zat. In een ander verhaal zijn de ingrediënten een bedankje voor de zeemeermin Partenope, die in de Golf van Napels woonde en voor de Napolitanen zong. Ook zij liet er een ricottataart van maken.

zeppole di San Giuseppe
Eigenlijk een specialiteit die speciaal voor San Giuseppe op 19 maart, vaderdag in Italië, wordt gemaakt. Maar zoals dat zo vaak gaat als iets heel lekker wordt gevonden (zie de pastiera), zijn de zeppole di San Giuseppe ook in andere periodes verkrijgbaar. De gefrituurde soezen worden gevuld met banketbakkersroom en afgetopt met amarena-kersen.

torta caprese
De naam zegt het al: de torta caprese komt van het eiland Capri. Het is een platte chocoladetaart met amandelen.
delizia, delizia al limone
Zie je al limone, met citroen, op de kaart staan? Tien tegen één dat het van de kust onder Napels komt, die bekendstaat om z’n citroenen. Zoals de delizia al limone, een in limoncello gedrenkte sponscake, in de vorm van een halve bol. Deze wordt gevuld met citroencrème en bedekt met citroenglazuur. Het cakeje is nog niet zo heel oud – er wordt gezegd dat het in 1978 is uitgevonden door banketbakker Carmine Marzuillo uit Sorrento.

*LEESTIP Het sfogliatella-citaat komt uit het boek Il senso del dolore, het eerste deel uit de Commissario Ricciardi-serie van Maurizio de Giovanni, die zich afspeelt in het Napels van begin jaren dertig. Het boek is in 2018 in het Nederlands vertaald door Irene Goes, en via deze link nog verkrijgbaar als e-book bij bol.com.


Foto’s: Annelies Kooijman | parliamoitaliano.nl