Klein Italiaans woordenlijstje voor de zomer

Een seizoen lang zon, zee en barbecues – dat is een Italiaanse estate (zomer) in een notendop. Welke zomerse woorden moet je kennen als je in Italië op zomervakantie bent? Grigliata is handig: je zult niet de eerste zijn die spontaan wordt uitgenodigd voor een barbecue. En chiuso per ferie is een goede om te onthouden als je niet voor een dichte restaurantdeur wilt komen te staan.

Italiaanse woorden voor de zomer

  • chiuso per ferie – wegens vakantie gesloten; een bordje met deze tekst kun je in augustus regelmatig zien hangen op de deur van winkels en restaurants: augustus is namelijk dé vakantiemaand voor Italianen, vooral de periode rond Ferragosto op 15 augustus
  • Ferragosto – nationale feestdag op 15 augustus, Maria Hemelvaart; een feest dat traditiegetrouw gepaard gaat met een uitgebreide lunch, il pranzo di Ferragosto
  • fare una passeggiata – een wandelingetje maken, bij voorkeur langs de boulevard; flaneren
  • la grigliata – de barbecue
  • dissetante – dorstlessend (van sete, dorst): una bevanda dissetante, een dorstlessend drankje
  • il gelato – het ijsje [spreek uit: djee-laa-too]; let op: ijs in de zin van ijsblokjes is ghiaccio
  • il sole – de zon
  • il mare – de zee; zomervakantie staat voor veel Italianen gelijk aan naar zee gaan, andare al mare, en een ligbedje en parasol huren op la spiaggia, het strand [kijk hier voor meer strandwoorden]; in zee gaan zwemmen is fare il bagno in het Italiaans, maar voor verkoeling kun je natuurlijk ook naar il lago, het meer, of la piscina, het zwembad
  • il cappello di paglia – de strohoed
  • la sagra – een dorpsfeest dat in het teken staat van een lokale specialiteit, zoals citroenen, truffel of worst; bij marktkraampjes kun je streekproducten proeven en kopen, en aan lange tafels wordt gezamenlijk gegeten
  • all’aperto – in de open lucht; een discoteca all’aperto (openluchtdiscotheek) bijvoorbeeld, of mangiare all’aperto (buiten eten)
  • il grillo – de krekel

Nog meer handige lijstjes vakantie-Italiaans

1 Het weer
2 Overnachten
3 Het ontbijt
4 De weg vragen
5 In de stad
6 Bij de apotheek
7 Boodschappen doen
8 Bij de groenteboer
9 Naar het strand
10 Uit eten